JAPAN 2015

week 3

week 4

Nara naar Kyoto

Kyotoyawatakizy Cycling road:
45 km fietsen we op het fietspad over de Kyotoyawatakizy Cycling road, het is een fietspad dat loopt van Nara naar Kyoto langs de rivier, het is een mooie route zonder verkeer. In Kyoto melden we ons in het eerste guesthouse, het Oyama guesthouse bij een uitgelaten eigenaresse, ze vindt ons heel stoer zo met de fiets. We zeggen meteen tegen elkaar, dit is vast geen Japanse en wat blijkt, ze is Koreaans. Ze brengt ons later tomaatjes en komkommer uit haar eigen tuin op de kamer. Ze is gezellig en we komen er al snel met zijn drietjes achter dat ze geboren is in Uljin in Korea, dit is een plaats waar wij hebben gefietst. Morgen moeten we naar een ander guesthouse en daarna weer naar een ander, en van nummer 3 is zij ook de eigenaresse. Soms is de wereld klein. Het is een pittige dame, ze is vanwege de armoede in Korea 35 jaar geleden naar Japan gekomen en ze heeft het knap geregeld zullen we maar zeggen. Vanmorgen zijn we dus eerst weer verkast naar een andere plek en daarna hebben we de tickets geregeld voor de trein naar Tokyo, we gaan met de Shinkansen, de kogeltrein van Japan. Het wordt nog wel spannend, want onze fietsen moeten daar ook in en we hebben daarvoor maar 3 minuten de tijd. We moeten de fietsen in zakken aanleveren en die zakken hebben we bij ons, nog maar niet teveel aan denken. Na dit geregel gaan we op tempeltour, Kyoto heeft er 1600 en 400 schrijns, 17 sites in Kyoto staan op de werelderfgoedlijst. We beginnen met de Kioymizudera tempel en daar blijft het ook bij, de temperatuur is alweer opgelopen tot 40 graden en we hebben al zoveel tempels gezien, we gaan een biertje nemen. Ook deze morgen moeten we eerst weer verkassen binnen Kyoto, nu naar het Kamikatsura house, weer van de Koreaanse, Han noemt het, het Kamasutra house, het bed is wel roze. We laden onze tassen af en gaan met de fiets naar de Tenryuji tempel, daarna naar het bamboebos en dan nog naar Okochi Sanso, dit was de privetuin van de in 1962 overleden filmacteur Okochi Denjiro, het is een droomdag, al die mooie tuinen. Als we zo door Kyoto zwerven valt het ons steeds meer op dat Kyoto meer op een groot dorp dan op een grote stad lijkt. Heel veel is Japan is dorps, we hadden ons Japan voorgesteld als een modern land, maar het dat valt nog wel tegen. Toen we in Korea reisden waren alle steden verlicht met neon, hier in de dorpen en steden is het in de avond nauwelijks verlicht. Vorig jaar in China waren we verbaasd van al die grote steden met die mega flatgebouwen, hier zie je dat nergens. Misschien straks in Tokyo, misschien is daar de neon. Er rijden hier alleen maar nieuwe auto's, de meesten zijn klein en vierkant, rare blokkendoosjes. Momenteel zitten we op de 5de vierdieping van dit guesthouse en als we naar buiten kijken oogt het behoorlijk donker, we zitten middenin de stad. Het station is super modern, maar daarna houdt het al snel weer op. De straatjes in de binnenstad zien er gemoedelijk uit, iedereen heeft wat bakjes of potjes bloemen voor het huis staan.

Kyoto

Al dagen fietsen we door Kyoto van tuin naar tuin, van tempel naar tempel. De tempels en tuinen liggen allemaal aan de rand van Kyoto, zonder GPS zouden we deze met de fiets niet kunnen vinden. We hadden er nog wel 700 km voor willen fietsen om dit niet te missen. Voor de liefhebbers hebben we hieronder de beschrijving van de mooiste tuinen die we hebben gezien.

Ryoan-ji

Ryoan-ji (龍安寺) is een boeddhistische tempel in Kyoto, Japan. De naam staat in het Nederlands voor "Tempel van de Vreedzame Draak". De tempel behoort tot de Myoshinji-school van de Rinzai-tak van het Zen-boeddhisme. De tempel is in 1473 gesticht door Hosokawa Katsumoto. De tempel is vooral beroemd vanwege zijn Japanse steentuin, een mooi voorbeeld van de Karesansu-stijl. Deze tempel had de eerste Zen-tuin. De ontwerper van de tuin is onbekend. In 1486 werd Kioto door brand verwoest en moest de tempel herbouwd worden. Op dat moment werd de rotstuin toegevoegd om de monniken een plaats ter meditatie te bieden. Er wordt gezegd dat het kijken naar de tuin een kalmerend effect heeft, maar vaak is het druk met toeristen. De tuin is 10 x 30 meter groot en bevat vijftien stenen, die uit een zee van witte kiezelstenen uitrijzen. De kiezels worden dagelijks aangeharkt. Vanaf elk punt rond de tuin zijn altijd slechts veertien stenen gelijktijdig te zien. Bij het bereiken van verlichting zouden alle stenen tegelijk waargenomen kunnen worden, maar de feitelijke betekenis van de tuin is onbekend. Rondom de zentuin bevindt zich een met olie ingewreven aarden muur, die als Japans nationaal erfgoed is aangewezen. Doordat gedurende de eeuwen de olie plaatselijk uit de muur is verdwenen, heeft de muur een onregelmatig gekleurd oppervlak gekregen.

Buiten de eigenlijke tempel bevindt zich een grote, parkachtige tuin, met onder meer een vijver met roze waterlelies en een oude houten brug. Deze tuin wordt intensief onderhouden, waarbij met name het onkruid uit het mos wordt verwijderd.

Kinkaku-ji

Kinkaku-ji pagode genoemd naar de witte slang De Rokuonji-tempel (Japans 鹿苑寺, Hertentuin Tempel), beter bekend onder de bijnaam Kinkaku-ji (金閣寺, Gouden Paviljoen Tempel) is een tempel in Kyoto. Met zijn Gouden Paviljoen (金閣, Kinkaku) dat op het water lijkt te drijven is de temepel één van de bekendste toeristische trekpleisters van Japan. Het Gouden Paviljoen is gevestigd in Kinkakuji-chō, Kita-ku, ten noordwesten van Kyoto. Het is omgeven door bergen, met In het westen de bergen Kinugasayama en daarachter Hidari Daimonjiyama. De bergen in het noorden van Kyoto staan bekend onder de naam Kitayama, maar rond het paviljoen worden ze ook wel Hokuzan genoemd, een alternatieve uitspraak van de karakters 北山 (Kitayama). Deze naam dateert vanuit de Heian periode (794-1185), oorspronkelijk gebruikt om het grote gebied (Kitayama) te onderscheiden van het kleinere (Hokuzan). Vanaf de Mid-Heian periode werden er veel mensen begraven. Vandaag de dag zijn er nog vele graftomben te bezichtigen, onder andere die van keizer En’yū (969-984 v.C.). In het hele gebied zijn er graven en de bekende grafheuvels te vinden. Vandaag is dit gebied ten westen van het Gouden Paviljoen gekend voor Himuro (Ice chamber), doordat het keizerlijke hof hier werkte. In de winter werd er ijs in blokken gesneden en bewaard in kamers. Deze ijsblokken legde men in de diepe nissen van bijvoorbeeld de berg Hidari Daimonjiyama, waar het bewaard kon worden voor warm weer. Vroeger werd dit gebied ook beschouwd als een rijk gebied om tempels op te trekken. Eerst werd het echter gebruikt als rijstveld en landbouwgrond, totdat Saionji Kintsune (1171-1244) er de allereerste gebouwen optrok: de Saion-ji familie tempel en de villa Kitayamadai. De relikwie-hal (Shariden) staat bekend onder de naam het Gouden Paviljoen, waar uiteindelijk de hele tempel naar vernoemd is. De officiële naam van de Kinkaku-ji luidt Rokuon-ji (鹿苑寺, Hertentuin Tempel). Deze naam werd afgeleid van de eerste twee karakters van de postume naam van shogun Ashikaga Yoshimitsu (1358-1408). Rokuon (鹿苑, Deer Park) was het gebied van Shakyamuni’s eerste preek nadat hij de verlichting wilde bereiken. Na de dood van Yoshimitsu werd dit gebied de Rokuon’in genoemd. Tijdens de Kamakura periode (1185-1333) was het land waar de huidige tempel op staat in bezit van Saionji Kintsune, ook bekend als Kitayamadai. Na het mislukken van de militaire regering ging de invloed van de Saionji-clan sterk achteruit, de Kitayamadai werd niet meer gebruikt en verloor zijn waarde. Tijdens het Muromachi tijdperk (1392-1573) kwam het terrein onder de aandacht van shogun Ashikaga Yoshimitsu (1358-1408), die er in 1397, na zijn aftreden in 1394, een villa en het Gouden Paviljoen op bouwde. Yoshimitsu had goede handelsbetrekkingen met Ming China. Hij had een uitgebreide Chinese collectie van voorwerpen die de basis vormen van de Kitayama cultuur. Na de dood van Yoshimitsu verloor Kitayama zijn officiële status als residentie van de Shogun en nam de zen tempel de naam Rokuon-ji aan (naar de vroegere naam Rokuon-in). De tempel werd een aantal malen door brand verwoest tijdens de Onin oorlog (1467-1477), maar de tuinen zijn gespaard gebleven. Tokugawa Ieyasu, de eerste shogun van de Edoperiode (1615-1868) , benoemde Saishō Shōtai (1548-1607) als abt van de Rokuon-ji. Saishō Shōtai had beide Toyotomi Hideyoshi (1536-98) en Tokugawa Ieyasu geasisteerd als leidend adviseur. Saishō Shōtai versterkte de financiële basis van de Rokuon-ji en het was mogelijk voor zijn volgelingen om de post van abt te erven. In de Meijiperiode (1868-1912), verloor de Rokuon-ji door de regering zijn basis van financiële steun, maar het doorstond deze moeilijkheden. De deuren werden voor het eerst voor het publiek geopend in 1894. In 1950 werd het Gouden paviljoen in brand gestoken door een geestelijk gestoorde monnik, Hayashi Shōken. Hij heeft zelf in de vlammen de dood willen vinden, maar is in angst naar de heuvels achter het Paviljoen gevlucht. Daar trachtte hij tevergeefs zelfmoord te plegen en werd gearresteerd. Een geromantiseerde versie van deze gebeurtenissen is opgenomen in het boek van Yukio Mishima Het Gouden Paviljoen uit 1956. Het huidige paviljoen dateert uit 1955. Bij de reconstructie werd de bedekking met goud uitgebreid tot ook de onderste verdiepingen. Van dichtbij is zichtbaar dat de constructie erg nieuw is, maar van een afstand ziet het paviljoen er sprookjesachtig uit, door de weerspiegeling in de vijver. De tempel is in 1994 aangewezen door de UNESCO als een World Heritage Site. Het meest beroemde deel van de tempel is het Gouden Paviljoen (金閣, Kinkaku) in de tuin bij de tempel. Het dient als een shariden, als opslag voor relieken van de Boeddha. Het gebouw weerspiegelt fraai in de vijver, die spiegelvijver wordt genoemd. Het gehele paviljoen, behalve de onderste verdieping is bedekt met zuiver bladgoud, wat de tempel bijzonder waardevol maakt. Het dak is gedekt met dunne boordjes van japanse cypres en er staat ook een feniks. Het gebouw is een goed voorbeeld van de architectuur uit de Muromachi-periode aangezien het een combinatie is van 3 verschillende stijlen. De eerste verdieping van het Gouden Paviljoen is gebouwd in de shinden stijl, de stijl van de paleizen uit de Heian periode. Aan de linkerkant van het altaar staat een portret van de Ashikaga Yoshimitsu. In het midden van de verdieping staat een beeld van de Boeddha Shakyamuni die een juwelenkrans draagt. De tweede verdieping, Chōondō (Grotto of Wave Sounds), is gebouwd volgens de buke stijl die werd gebruikt voor de huizen van samoerais. In het midden staat een podium met daarop Kannon, de godin van de barmhartigheid. Rondom haar staan beelden die de Four Heavenly Kings (Shitennō) voorstellen, ze dienen om te waken. De derde verdieping is gebouwd in de stijl van de Chinese Chan (Zen) stijl, die Kukkyōchō (Superb Apex) wordt genoemd. Deze verdieping werd gemengd met de stijlen van de andere verdiepingen, maar behield de oorspronkelijke karakteristieken van de Zen architectuur.

In de tuin bij de tempel bevindt zich ook een theehuis dat gebruikt werd door keizer Go-Mizuno-o. Anmintaku, de "vijver van de rust", wordt omringd door bomen en geeft een gevoel van grote diepte. Omdat de vijver nooit opdroogde werd hier vaak gebeden om regen. In het midden is een klein eiland, met daarop een kleine pagode die genoemd is naar "de h

euvel ter nagedachtenis van de witte slang".

Ginkaku-ji

Ginkaku-ji (銀閣寺), Zilveren Paviljoen Tempel, is een boeddhistische tempel in de wijk Sakyō-ku, van de stad Kioto, Japan. De officiële naam van de tempel is Jishō-ji (慈照寺). De tempel werd gebouwd in 1474 door shogun Ashikaga Yoshimasa. Hij wilde met de bouw van deze tempel de Kinkaku-ji, die in opdracht van zijn grootvader Ashikaga Yoshimitsu werd gebouwd, naar de kroon steken. De Kannon hal is het hoofdgebouw van de tempel. Het staat algemeen bekend onder de naam Ginkaku, het Zilveren Paviljoen. Het was de bedoeling om het paviljoen met zilver te bedekken. Echter door de hevigheid van de Oninoorlog, die uitbrak in 1467, werd de constructie stilgelegd en nooit meer hervat. Het Zilveren Paviljoen is het enige gebouw van de tempel, dat overblijft. De Asahi Shimbun van 14 april 2010 liet weten dat de Ginkaku, een paviljoen dat op het terrein van de Jishoji-tempel dienst deed als villa voor Shogun Ashikaga Yoshimasa uit de Muromachi-periode (1338-1573), was gerepareerd en gerestaureerd. Onder de overhangende dakrand waren schilderingen aangetroffen van "Roaring Waves", woedende golven. Op de benedenverdieping werd achter een neergehaalde houten muur van de "Lege Hart Hal" een "closet" en nog een andere ruimte aangetroffen. Die laatste ruimte deed eertijds dienst als opslagruimte voor beelden. Uit deze vondst heeft men afgeleid dat de architectuur van het gebouw oorspronkelijk anders was dan wat men nu aantreft. Dat wil zeggen, dat wat nu Kannon-hal heet, vroeger woonruimte was. Konchi-in Konchi-in is een sub-tempel van de Nanzen-ji tempel complex. De tempel werd gebouwd in het begin van de 15e eeuw door sjogoenAshikaga Yoshimochi (足 利 義 持). In 1605 werd het verplaatst van het noorden van Kyoto naar de huidige locatie in de Nanzen-ji tempel complex. Een paar jaar later, tussen 1611 en 1632, werd de tuin gebouwd in de voorbereiding van het bezoek van de shogun's. Het is vrij zeker dat de beroemde tuinontwerper en thee meester Kobori Enshu (小 堀 遠 州) de tuin heeft gebouwd. Veel van de tuinen rond Kyoto zijn toegeschreven aan hem, maar in tegenstelling tot deze, is het creatieproces van deze tempel tuin zeer goed gedocumenteerd.

De tuin wordt gezegd te zijn ontworpen als een twee-dimensionaal beeld, niet in tegenstelling tot een fusuma-e (襖 絵), een schilderij aan het houten scherm dat vaak landschap scènes verbeeld en de natuur. Inderdaad, kan de tuin alleen worden bekeken vanaf de veranda van de Grote Zaal van de tempel. Een brede band van licht grijs grind scheidt de rots van de kijker. Het belangrijkste kenmerk van de tuin is het duo van Crane en Turtle Island, geregeld met rotsen en struiken.